2021: Op weg naar de Bretonse kust.
FOTO-OVERZICHT van de reis: Gebruik de pijlen, < of > of de “postzegel” voor de volgende foto. Wil je een groot formaat zien? Gebruik dan de + (het vergrootglas teken). Blijf daarna de pijlen, < of > gebruiken en X om terug te keren.
Reisperiode:
15 augustus t/m 10 september 2021.
Onze route ging via Normandië, Bretagne en het Loire dal.
Samen, met mijn vrouw Riet, zijn we 27 dagen op reis geweest en hebben 3607 km gereden met onze camper.
Deze reis hebben we 13 nachten op een gratis camperplaats gestaan. 9 nachten stonden op een plek van de France-Passion organisatie waarvan we lid waren. We stonden 4 nachten op een camping. Uiteindelijk hoefden we slechts voor 5 nachten te betalen.
Voor deze reis zijn we lid geworden van France Passion, een organisatie van o.a. wijnboeren en landbouwers die op hun terrein een overnachtingsplaats beschikbaar stellen voor campers die self-supporting zijn. Dus o.a. voorzien van eigen stroom, water en toilet. Het mooie van die organisatie is dat je met maximaal 3 tot 5 campers een nacht op hun erf staat in overwegend een rustige en landelijke omgeving.
Week 1
De 1e week trokken we door België en Noord-Frankrijk.
Via Dinant en een overnachting bij een Cidrerie bij Barbaise naar het oude circuit Reims-Gueux. Ik wilde daar het oude Autocircuit bekijken en de voor zover nog aanwezige gebouwen en tribunes fotograferen. Dit circuit is voor het laatst in 1966 gebruikt voor een F1 Race. In 1972 werd het circuit volledig gesloten en deels afgebroken. Een stichting onderhoudt de huidige gebouwen. Het bijzondere nu is dat de D27 direct loopt langs de oude tribunes en de pitboxen. Daarna verder door Noord-Frankrijk waar de uitgestrekte landbouwgronden liggen. Je ontkomt er niet aan om langs de begraafplaatsen te rijden uit de WO1 en WO2. Het Oise-Aisne American Cemetery is daarvan een indrukwekkend voorbeeld. Er liggen daar 6000 soldaten die vooral in de WO1 loopgravenoorlog zijn omgekomen. De volgende dag hebben op een camperplaats in Villers-Cotterêts overnacht. Dit is de geboorteplaats van Alexandre Dumas, schrijver van o.a. De drie Musketiers en de graaf van Monte Christo. We trokken door naar een kleine boerderij in Heurteauville direkt aan de Seine. Daar hebben we een fietstocht gemaakt langs de Seine en de mooie omgeving van Park Naturelle Des Boucles de la Brotonne. Aangezien we nog eens naar Honfleur wilden gaan werd het die dag een korte rit van 45 km. We reden door een mooie omgeving met veel bos naar een plek bij een restaurantje die 4 camperplaatsen had waar je mocht staan en overnachten. Berville sur Mer is een gehucht aan de Seine vlakbij de bijzondere brug Port de Normandie. Ook is het maar 11 km van Honfleur, een oud en charmant havenplaatsje, waar je met de camper niet wil staan (een kale P, waar meer dan 100 campers staan). We gingen de volgende dag met de fiets langs een mooi fietspad direct langs de Seine even naar Honfleur. De dag ervoor hadden we nog een wandeling gemaakt over dat fietspad langs de seine. In deze omgeving zie je daken die gekke nokpannen hebben. Men gebruikt op de rieten daken een soort klei waar ze planten (lupinen) in hebben staan. De fietsen (Compact E-bike) bevallen ons prima en ook de berging in de camper blijkt praktisch. De fietsen staan goed stabiel en in en uitpakken gaat goed. Honfleur is altijd druk, met name rond de haven met de vele terrassen. De zon kwam op dat moment door en maakte het extra aantrekkelijk. Honfleur heeft een zeer oude kern met smalle straatjes. Het oude Carrousel van rond 1900 is heel mooi om te zien en goed onderhouden. 12 jaar geleden zagen we hem al maar draaide toen niet. Op de terugweg naar de camper reden we weer terug over het mooie fietspad en onder de Pont de Normandie door. Bij elkaar was de fietstocht 25 km.
Pitgebouw Circuit Gueux.
Weg D27 Gueux
Circuit Gueux.
Militaire begraafplaats WOI.
De brug van Normandië.
Brug pilaar.
Zwanen.
Vissersboot.
Oude draaimolen.
Oude huizen bij haven.
Oude steeg.
Week 2
Onze route ging verder langs de landing stranden van Normandië.
Ik bezocht onderweg het museum Pegasus Bridge, een heroïsche plek waar de brug werd omgedoopt in Pegasus Bridge, vernoemd naar het Engelse Regiment die de brug veroverde op 6 juni 1944. Deze brug was zeer belangrijk voor een snelle voortgang van de invasie. We stonden op een mooie hoge plek aan de kust direct bij Arromaches waar we de resten van de kunstmatige invasiebrug hebben gezien. Jaren terug toen we in Engeland waren in het familiehuis van Churchill (Chartwell House), nu een museum, zagen we de ontwerpen en maquette van deze brug. Om dit door te laten gaan op haalbaarheid is nog een hele discussie geweest bij de geallieerden. Rond de kust van Normandië ademt het nog steeds de herinnering aan de invasie in 1944. Op bijna alle lantaarnpalen worden de soldaten geëerd d.m.v. een grote foto. Ook zijn er tal van musea groot en klein, veel monumenten en oud materieel in en ronde de dorpen en steden. Natuurlijk… er zijn ook begraafplaatsen, vele zelfs. Grote contrasten zijn er ook, die van de Duitse soldaten en gesneuvelde geallieerden. De Amerikaanse begraafplaatsen worden zeer goed verzorgd! Een voorbeeld is te zien in Colleville súr mer, indrukwekkend te zien hoe dit wordt onderhouden en hoe druk het daar is. Jong en oud zagen we daar in deze Corona tijd rondlopen. We reden door richting Fougères een middeleeuwse stad en daarna naar de grootste Menhir, een grote staande steen uit de late steentijd van 11 meter hoog. Daarna gingen we verder langs de mooie kustwegen naar Pointe du Grouin en St-Malo. We zagen de Roches sculptés. We trokken verder naar Cap Fréhel en naar Paimpol waar we ten noorden het bloemeneiland île de Bréhat bezochten. Tot nu veel zon gehad en de temperaturen waren tussen de 20ºC en 24ºC. Wij klagen niet!
Monument Pegasus Brug.
Pegasus Brug.
Denkend aan..
Ponton van Invasie haven.
Pontons bevrijdings haven.
Dreigend..
Invasie monument.
Het begin van de bevrijding.
Militaire begraafplaats WOI.
Markant huis.
Monument WOI
Heide bij Cap Fréhel.
Uitzicht op Baai.
Glas in lood kerkraam.
Strandleven.
Roches Sculptes.
Alo Alo, ici St. Malo..
Menhir.
Naar île de Bréhat.
île de Bréhat.
Eb bij île de Bréhat.
Cidre..
Pannenkoeken.
Week 3
We stonden twee dagen op een rustige kleine camping midden in de duinen bij Lampaul-Ploudalmézeau. Het waaide toen behoorlijk. Er waren zeer veel kite surfers aanwezig in die baai. Ook onze was werd goed gedroogd. We trokken weer verder naar Pointe St-Mathieu. Daar staat een oud vervallen klooster, nu een ruïne direct langs de kust. Reeds in de 6e eeuw werd dit klooster gesticht. In 1656 betrokken benedictijner monniken deze abdij en werd er een gewoonte gemaakt om als het donker werd een vuur te stoken bovenop de kerktoren om de schepen weg te wijzen richting haven van Brest. In 1835 werd een vuurtoren gebouwd direct naast de abdij, wat nu een ruïne is. Ook heeft de Franse marine daar een communicatiepost gebouwd. We reden verder langs de kustlijn van Betagne. Pointe du Raz bleek veel te druk voor een overnachting en reden even door. De overnachting weer op een France-Passion locatie, direct achter de pizzaria op een grasland zo groot als een voetbalveld, mooi onderhouden en zeer rustig. We hebben bij deze gastvrije locatie pizza’s besteld en deze werden zelfs tot aan de camper door de eigenaar gebracht. Ze bleken uitstekend! Het waren de beste pizza’s die we ooit hebben gegeten en niet duur. We zagen die avond op de Franse TV een documentaire over de U-boten bij Lorient. Daar zouden we de volgende dag langskomen. Dus zochten we de U-bootbunkers op in de haven van Lorient. Wat een enorm complex is daar met 20.000 dwangarbeiders gebouwd, gigantisch. Muren van 2 meter dik beton! Het is zelfs nu niet af te breken. Wat er dus is gebeurd, dat er steeds meer bedrijfjes komen die daar hun activiteiten vestigen veel watersportachtige activiteiten zoals catamaran bouw. En natuurlijk een groot museum met een onderzeeboot. Er volgde weer een overnachting bij een wijnboer in Plouhinec. Verder overnacht in Blain en Drain. Mooie plaatsen en temperaturen gingen ook omhoog 26ºC – 32ºC. In de buurt van Saumur ligt in Fontevraud met een zeer grote en oude abdij. Die bezochten wij met zeer warm weer. Gelukkig was het niet al te druk maar we vonden beide dit bezoek zeer de moeite waard. Zelfs was het ook door Napoleon geconfisqueerd en als gevangenis gebruikt. We overnachten die dag vlakbij op een camperplaats in Turquant aan de Loire en direct onder de vele grotwoningen. Deze oude grotwoningen zijn nog in gebruik door bedrijfjes met vele ambachten.
Kite surfen bij Lampoul.
Kapel St-Mathieu.
Cap St-Mathieu.
klooster ruïne.
Abdij Thégonnec
Interieur Abdij Thegonnec.
U-Boot bunker.
Werkplaats in voormalige bunker.
Streetart.
Abdij Fontevraud.
Abdij Fontevraud.
Rustig straatbeeld.
Week 4
Aangezien we dus in het Loiredal aangekomen waren kun je figuurlijk struikelen over de vele en mooie kastelen.
Aangezien we deze al eens eerder hadden bezocht konden we makkelijker keuzes maken. Allereerst wilden we naar Amboise op de camping île d’Or op het eiland in de Loire. Het weer was prima en we konden daar ook een mooie fietstocht maken langs de Loire, waar men voor een groot deel fietspaden had aangelegd. In dat weekend was het zeer druk met toeristen in het stadscentrum. Na dat weekend wilde ik naar Chambord om te fotograferen, maar dat werd het uiteindelijk niet omdat de parkeerplaatsen erg vol waren en ook de camperplaats stond hutjemutje en dan is het voor ons al genoeg. Chateau Chambord zelf stond voor een groot deel in de steigers dat was voor ons ook een punt om verder te gaan. Uiteindelijk gingen we naar Cheverny. Op loopafstand was er een gratis camperplaats waar je prima kon overnachten. We bezochten -met QR-code- Chateau Cheverny en het grote park. Je kon in het kasteel voor een groot deel met een looproute. Het was zeker de moeite waard. Ook had men daar een grote jachthonden kennel. Het kasteel is voor een deel bewoond door de familie. Het was erg warm die dag. We misten de koele zeewind een beetje, maar we klagen niet. Nog geen regen gehad tot nu toe. Het werd weer tijd richting huis te gaan. We reden richting Troyes en overnachten in Lusigny sûr Barse op een camperplaats bij het Lac d’Orient. We fietsten ook nog rond het meer 30km op mooi aangelegde fietspaden en wegen. In de buurt van Metz stonden we in Vernéville op een plek bij een boerderij. Vandaar richting Luik maar eerst nog even in Luxemburg tanken. De laatste overnachting was op de camperplaats bij de oude kolenmijn Blegny vlakbij Luik. We staan daar vaker en dat bevalt prima omdat daarna, na een paar uur rijden wij weer in Zutphen kunnen zijn. De eerste regen die we hadden was het deel dat we in de Ardennen reden.
Uiteindelijk was het een mooie trip, veel gezien, en we hebben prima weer gehad.